woensdag 7 maart 2007

Zou voor God iets te wonderlijk zijn?



Zou voor God iets te wonderlijk zijn?

We roepen als goed gelovigen natuurlijk allemaal volmondig NEE!
Voor God is niets onmogelijk!
Doch geloof me, ik kan wel wat Schriftplaatsen aangeven waar toch blijkt dat we daar in de praktijk wel anders over denken.

Het verschil tussen de lippen en de mond is vaak groot, ook in de Bijbel!
Lippendienst noemen we dat maar het hart is er dan nog ver vandaan (Mat 15:8)
Met de mond echter belijden we tot behoudenis (Rom 10:10)
Maar dat is niet het onderwerp vandaag!
Vandaag heb ik het over :"Zou iets te wonderlijk zijn voor God?"

Aan de hand van het commentaar op mijn vorige post van de heer Borkent.
Die mij zo vaak op al dan niet nieuwe of scherpere inzichten brengt.

Allereerst het vertrouwen van Abraham, hij is immers de vader van ons allen!(Rom 4:16)
Hij geloofde in God toen God zei:"over een jaar zal Ik terugkeren en Sara zal een zoon hebben"(Gen 18:10)Maar Sara zei in zichzelf:"zal ik dit plezier nog mogen hebben?Ik ben vervallen en mijn heer is oud."

Kijkend naar het heden, de situatie zoals die er nu bij lag kon ze het niet geloven!
Een geval dat we zo vaak tegenkomen, niet alleen in de Schriften maar vooral in de wereld, in het nu!
Hele dogma's zijn gebouwd op ongeloof!
Op het niet vertrouwen op God Zijn woord!

Leer van de Schrift!
We lezen nog even verder in Genesis 18:"
Toen zeide de HERE tot Abraham: Waarom lacht Sara daar en zegt: Zal ik werkelijk baren, terwijl ik oud geworden ben? Zou voor de HERE iets te wonderlijk zijn? Te bestemder tijd, over een jaar, zal Ik tot u wederkeren, en Sara zal een zoon hebben. "(vers 13 en 14)

Alstublieft, het ongeloof van Sara, het niet willen/kunnen/durven vertrouwen op God, is hier de reden dat Hij tot haar zegt:"Zou voor de Here iets te wonderlijk zijn?"

Gelukkig heeft haar of ons ongeloof geen invloed op Zijn handelen, Hij gaat Zijn weg of u het nou wil geloven of niet!
Daar lezen we over in Zacharia 8, waar het nieuwe Jeruzalem wordt voorzegd:
"Zo zegt de HERE der heerscharen: Ik ben voor Sion in grote ijver ontbrand; in gloeiende ijver ben Ik ervoor ontbrand. 3 Zo zegt de HERE: Ik keer weder tot Sion en Ik woon binnen Jeruzalem; Jeruzalem zal de stad der trouw, en de berg van de HERE der heerscharen zal de berg der heiligheid genoemd worden. 4 Zo zegt de HERE der heerscharen: Er zullen weer oude mannen en vrouwen op de pleinen van Jeruzalem zitten, ieder met een stok in de hand vanwege zijn hoge leeftijd. 5 Ook zullen de pleinen der stad vol zijn van jongens en meisjes, die daar spelen. 6 Zo zegt de HERE der heerscharen: Al zal dit in de ogen van het overblijfsel van dit volk in die dagen te wonderlijk zijn, zou het dan ook in mijn ogen te wonderlijk zijn? luidt het woord van de HERE der heerscharen. 7 Zo zegt de HERE der heerscharen: Zie, Ik verlos mijn volk uit het land van de opgang en uit dat van de ondergang der zon; 8 Ik breng hen terug en zij zullen binnen Jeruzalem wonen. Zij zullen Mij tot een volk en Ik zal hun tot een God zijn, in trouw en in gerechtigheid."

Prachtig stuk, Zijn macht en Zijn handelen!Enkele citaten uit dit stuk om het duidelijk op u over te brengen:"Ik ben voor Sion in ijver ontbrand, Ik keer weder, de berg van de HERE zal berg der heiligheid genoemd worden, er zullen mannen en vrouwen..., ook zullen de pleinen..., Ik verlos Mijn volk, Ik breng hen terug, zij zullen binnen Jeruzalem wonen, Zij zullen Mij tot een volk zijn en Ik zal hun tot een God zijn.....

"Al zal dit in de ogen van het overblijfsel van dit volk in die dagen te wonderlijk zijn, zou het dan ook in Mijn ogen te wonderlijk zijn?"

Prachtig he, in tegenstelling tot alle religie waar u, als mens zoveel moet, is dit de ware God!
Niets van u moet, niets van dat allesm het is alles IK BEN,IK KEER, BRENG...En u zult, das geen opdracht dat is een voorzegging!Wat een gigantisch contrast met alle religie, waarin u zoveel moet doen, want uw god heeft dat nodig, die moet verzadigd worden enz enz...

En dus in vers zes weer dat prachtige:"zou het in Mijn ogen te wonderlijk zijn?"
Nog een Schriftplaats dan, om het af te leren!
De laatste regel die ik dagelijks citeer al dan niet in verborgen zin, zodat alleen de goede verstaander het begrijpt.

Mattheüs 19, het tweede gedeelte dat gaat over de jonge man die zo z'n best doet en alles wat de wet hem verteld zo ijverig nastreeft!

En dan pakken we het op bij vers 21:"Jezus zeide tot hem(de jongen): Indien gij volmaakt wilt zijn, ga heen, verkoop uw bezit en geef het aan de armen, en gij zult een schat in de hemelen hebben, en kom hier, volg Mij. 22 Toen de jongeling dit woord hoorde, ging hij bedroefd heen, want hij bezat vele goederen. 23 Jezus zeide tot zijn discipelen: Voorwaar, Ik zeg u, een rijke zal moeilijk het Koninkrijk der hemelen binnengaan. 24 Wederom zeg Ik u, het is gemakkelijker, dat een kameel gaat door het oog van een naald dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat. 25 Toen de discipelen dit hoorden, waren zij zeer verslagen en zeiden: Wie kan dan behouden worden? 26 Jezus zag hen aan en zeide:
Bij de mensen is dit onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk.